Ga naar hoofdinhoud

Patiënten met alvleesklierkanker in een vergevorderd stadium worden vooral behandeld om de pijn te verlichten en om eventueel de geelzucht of andere symptomen onder controle te houden. Pijn is een veel voorkomend symptoom. Op het moment van diagnose heeft ongeveer 75% van de patiënten pijn. Uiteindelijk ontwikkelt meer dan 90% van de patiënten pijnklachten, die vaak ernstig en invaliderend kunnen zijn. Behandelopties omvatten medicamenteuze therapie (paracetamol, NSAIDs, tramadol, opiaten), plexus coeliacus neurolyse, radiotherapie en chemotherapie.

In sommige gevallen wordt tijdens een palliatieve operatie het gebied rond de zenuwen geïnjecteerd met een middel om de zenuwen uit te schakelen en zo de pijn te verlichten. Ook bestraling helpt in sommige gevallen tegen de pijn.

Vaststellen van de pijn

Wanneer een specialist bekend is met de ernst van jouw pijn, kan een juiste behandeling worden gekozen. De medicamenteuze behandeling voor oncologische pijn is gebaseerd op de richtlijn van de Wereld Gezondheid Organisatie (WHO) waarbij de eerste stap is het voorschrijven van non-opioide anagetica (paracemol, NSAIDs), gevolgd door ‘zwakke’ opiaten (tramadol) en als laatste stap het voorschrijven van opiaten in oplopende dosering.

Behandeling van pijn

Er zijn verschillende pijnstillers beschikbaar voor de behandeling van pijn bij kanker. De belangrijkste groepen zijn de NSAIDS (non-steroid anti-ontstekingsmiddelen) zoals ibuprofen (Motrin®, Advil®) of naproxen (Naprosyn®, Anaprox®, Aleve®) en de wat zwaardere opiaten. De opiaten zijn weer te verdelen in twee groepen. De milde opiaten zoals codeïne, hydrocordon en oxycordon en de zwaardere opiaten zoals morfine, fentanyl en hydromorphon. Soms wordt bij de bestrijding van pijn een combinatie van deze middelen gebruikt.

Bijwerkingen

Opiaten hebben andere bijwerkingen dan NSAIDs. Wanneer je last hebt van bijwerkingen kun je dat altijd met jouw specialist bespreken. Een belangrijke bijwerking van opiaten is constipatie (verstopping). Het is bij het geven van opiaten belangrijk om de bekende bijwerkingen zoals obstipatie tijdig te voorkomen of te behandelen.

Plexus coeliacus blokkade

Deze behandeling hoort bij ernstige pijnklachten ten gevolge van kanker van de bovenbuikorganen, zoals de alvleesklier, de maag en de lever. Het betreft een blokkade van een zenuwnetwerk in de bovenbuik, dat in medische termen ‘plexus coeliacus’ wordt genoemd. Bij de meerderheid van de patiënten treedt na de blokkade een goede pijnvermindering op. Er zijn twee behandelingsmogelijkheden, de anesthesioloog heeft vooraf met je besproken wat voor jou het meest geschikt is. Meestal wordt er een neurolytische stof geïnjecteerd ter plaatse van de plexus coeliacus. Hierdoor treedt een langdurige verdoving van de plexus coeliacus op. Soms brengt de specialist eerst met dezelfde techniek een plaatselijk verdovingsmiddel in. Dit doet hij wanneer het niet zeker is of de pijn zal verminderen na de zenuwblokkade. Hierna kan definitieve behandeling plaatsvinden.

Mogelijke bijwerkingen

  • Hypotensie (lage bloeddruk).
  • Diarree.
  • Pijn bij de plek van de injectie.
  • Spierspasmen.
  • Nierschade.
  • Paralyse.
  • Allergische reacties.
  • Mogelijke orgaanschade.
  • Infectie bij de injectie.
Back To Top