Ga naar hoofdinhoud

Tja, het is dus alvleesklierkanker…

Het is 12 juli 2018, ik zit in de wachtkamer en de afspraak loopt uit. Na 20 minuten word ik de spreekkamer binnengeroepen en de arts komt gehaast binnengelopen met de mededeling: “Tja, het is dus alvleesklierkanker…” Mijn eerste reactie is de vraag: “Hoe lang heb ik nog?” Op dat moment is dat nog niet te zeggen, omdat de arts nog niet alle foto’s binnen heeft en op de huidige foto’s niet goed te zien is of het operabel is of niet. De arts geeft nog wat uitleg en er wordt een afspraak gemaakt om een stent in mijn galblaas te plaatsen, zodat mijn gal weer weg kan lopen (ik zie nogal geel en stik van de jeuk, omdat mijn galuiteinden zijn verstopt en ik mijn lichaam langzaam aan het vergiftigen ben). Tijdens het teruglopen naar de auto belt de arts met de mededeling, dat hij de resterende foto’s binnen heeft en het toch operabel is en er zijn verder geen uitzaaiingen te zien. Pff, ik moet even gaan zitten en dit nieuws verwerken, want nu wordt het een ander verhaal en hoef ik nog niet mijn begrafenis te gaan regelen.

Kort na deze uitslag wordt er tijdens een ERCP een stent in de galblaas aangebracht om ervoor te zorgen, dat de gal weg kan via de galuitwegen. De eerste tijd gaat het goed, maar daarna word ik steeds meer moe, terwijl mensen in mijn omgeving maar blijven zeggen, dat ik moet bewegen en aansterken voor de komende operatie. Gelukkig wordt er besloten om mij als patiënt van ziekenhuis over te plaatsen. Want tijdens het bloedprikken komen zij erachter dat de stent niet goed werkt en ik mijzelf alleen maar verder aan het vergiftigen ben. Na het plaatsen van de tweede/nieuwe stent (deze keer van ijzer) bevestigt de arts dat hij kon zien dat de stent meteen zijn werk ging doen. En inderdaad, ga ik mij na verloop van tijd ook beter voelen.

Dan ontvang ik eindelijk het verlossende telefoontje. Of het uitkomt om op 13 augustus de whipple operatie te ondergaan. Natuurlijk doet het dat en ik bel geëmotioneerd mijn vader om te vertellen dat het verwijderen van de tumor eindelijk in zicht is.

En dan is het zover, 13 augustus 2018, de ochtend van de operatie. Heel even word ik emotioneel, want hier heb ik naartoe geleefd. De verpleger die mij naar de operatiezaal rijdt, vraagt nog of ik zenuwachtig ben. Dat ben ik niet, want mijn streven is ‘dat dat ding uit mijn lijf moet’. Ik word op de operatietafel geschoven en ga rechtop zitten voor het aanbrengen van de ruggenprik en het slangetje met pijnstillers, wat voorlopig in mijn rug zal blijven zitten. Ik mag gaan liggen en dan ben ik weg… Na een operatie van 8,5 uur kom ik weer bij op zaal en zijn mijn nicht en haar man daar om mij op te vangen. De arts is tevreden over de operatie en ze heeft zoveel als mogelijk ‘slecht weefsel’ weggehaald.
De volgende dag begint het revalideren en moet ik beginnen met naast mijn bed te gaan zitten. Wat mij dwarszit, is dat de artsen tijdens hun rondes steeds naar het zakje kijken, waarvan de slang verbonden is met mijn maag. Ik denk dat dat geen goed teken is en vraag de verpleegster of ik nu opnieuw onder het mes moet, omdat mijn maag niet goed werkt. Het tegenovergestelde blijkt waar te zijn, want de artsen vinden het juist bijzonder, dat mijn maag vanaf de eerste dag weer zijn werk doet en dat het dus een goed teken is, dat het zakje leeg blijft. Wat een opluchting om te horen dat mijn lijf sterk genoeg is om dit te ondergaan.

En dan komt de dag eraan dat ik naar huis mag, dinsdag 21 augustus. De chirurg komt nog langs voor het eindgesprek en vertelt dat ze ook de uitslag heeft van het weefselonderzoek. De randen zijn schoon, alleen van de tien lymfeklieren die zijn weggehaald bevatten er 4 uitzaaiingen. Deze zaten wel dichtbij de tumor. Vanwege deze uitzaaiingen is er besloten om mij preventief chemo te gaan geven en dat zal binnenkort van start gaan. Ik ben blij, dat ik de eerste tijd mag aansterken bij mijn nicht en haar gezin, maar na zes weken begint het te kriebelen en wil ik weer Esther zijn, in plaats van patiënt en wil ik naar huis. Ondertussen heb ik ook de eerste drie chemobehandelingen gehad en zoals de oncoloog had voorspeld voel ik mij wat grieperig, maar meer ook niet.

Het gaat zo goed, dat ik beluit om langzaam mijn werk weer op te pakken. Op maandag 29 oktober begin ik met werken van 10.00 – 15.00 uur en de dag erop ook. Met de arbo-arts heb ik afgesproken dit zo twee weken te doen en er dan weer een dag bij te pakken en het zo verder op te bouwen. Uiteindelijk besluit ik in overleg om vanaf 1 januari weer fulltime te gaan werken.

24 april. Na mijn laatste chemo op 20 maart ben ik overgedragen aan chirurgie en ik heb vandaag de afspraak met de chirurg. Ik zit amper en hij begint al met vertellen dat zij mij niet door allerlei scans gaan halen, ik hoef niet driemaandelijks op controle te komen en ik moet alleen aan de bel trekken als ik zelf klachten heb. Het dringt niet helemaal door, maar eigenlijk wordt er gezegd dat ik genezen ben! Je voelt jezelf wel goed, maar dat het ook nog eens door de artsen wordt bevestigd maakt het allemaal wel bijzonder en geeft mij een dankbaar gevoel. Nu kan ik echt mijn leven weer oppakken en dit hoofdstuk afsluiten.

Living with hope, geef de moed niet op en blijf in jezelf geloven!

Back To Top