Ga naar hoofdinhoud

Je hebt te horen gekregen dat er een vermoeden is van een neuro-endocriene tumor. Voor de diagnose neuro-endocriene tumoren worden verschillende onderzoeken uitgevoerd.

Onderzoek en diagnose van een neuro-endocriene tumor

Bij een vermoeden van een neuro-endocriene tumor, dient de definitieve diagnose te worden gesteld. Er wordt dan een aantal onderzoeken uitgevoerd. De volgende onderzoeken kunnen plaatsvinden:

  • Bloedonderzoek.
  • Urineonderzoek.
  • Weefselonderzoek.
  • Echo.
  • CT-scan.
  • MRI-scan.
  • Endoscopisch onderzoek.
  • Nucleair onderzoek.

Bloedonderzoek

Bij het stellen van de diagnose neuro-endocriene tumor kan een bloedonderzoek worden uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek worden de concentraties van een aantal specifieke hormonen en tumormarkers in het bloed bepaald. De bekendste tumormarker voor neuro-endocriene tumoren is chromogranine-A. Wanneer deze stof verhoogd in het bloed voorkomt, zou er sprake kunnen zijn van een neuro-endocriene tumor. De verhoogde waarde zou ook een andere oorzaak kunnen hebben.

Urineonderzoek

Tijdens een urineonderzoek voor neuro-endocriene tumoren wordt gekeken naar bepaalde afbraakproducten van hormonen, zoals 5-HIAA. Dit is een afbraakproduct van serotonine, wat overmatig wordt geproduceerd door een neuro-endocriene tumor. Het onderzoek bestaat uit het verzamelen van urine gedurende 24 uur. Vervolgens wordt de urine onderzocht.

Weefselonderzoek

Om het type tumor te bepalen en om de mate van kwaadaardigheid, de maligniteit, te bepalen wordt er weefselonderzoek uitgevoerd. Weefsel voor pathologisch onderzoek wordt verkregen door een operatie, bronchoscopie of een endoscopie. Het weefsel wordt vervolgens bestudeerd om uitspraken te kunnen doen over het stadium van de tumor.

Echo

Om het lichaam te onderzoeken voor een neuro-endocriene tumor, wordt vaak een echo verricht. Een echo is een onderzoek waarbij met behulp van geluidsgolven organen en weefsel zichtbaar kunnen worden gemaakt. De golven zijn niet hoorbaar, maar door de weerkaatsing (echo) ervan kan worden bepaald waar organen en weefsel zich bevinden. Een echo is niet belastend. Tijdens het onderzoek lig je op een onderzoekstafel. Op de plek van de afwijking of pijn wordt op je huid een gel aangebracht. Daarna wordt een apparaatje dat geluidsgolven uitzendt, over je lichaam bewogen. Dit apparaatje meet ook de echo van deze geluidsgolven. Als door een neuro-endocriene tumor grote hoeveelheden hormonen in het bloed voorkomen, kan er bindweefselvorming ontstaan. Bindweefselvorming kan onder andere voorkomen in het hart waardoor hartschade kan ontstaan. Bij een vermoeden van hartschade wordt er een echo gemaakt van het hart.

CT-scan

Een CT-scan wordt gemaakt om de grootte, groei en locatie van de tumor en omliggende organen in beeld te brengen. Verder wordt het lichaam onderzocht op uitzaaiingen en kan er worden bepaald of de tumor operatief kan worden verwijderd.

CT staat voor computertomograaf. Door middel van röntgenstraling worden met dit apparaat organen en weefsels gedetailleerd in beeld gebracht. Tijdens het onderzoek lig je op een beweegbare tafel, die langzaam door het apparaat (in de vorm van een ring) heen wordt geschoven. Vanuit een groot aantal hoeken rondom je lichaam wordt een hoeveelheid röntgenstraling uitgezonden en vervolgens wordt in kleine stappen gemeten hoeveel straling is doorgelaten. De CT-scanner maakt daardoor een groot aantal foto’s. Van de vele dwarsdoorsneden wordt uiteindelijk door de computer een driedimensionale weergave gemaakt. Hierop kunnen organen, bloedvaten, tumoren en eventuele uitzaaiingen worden bekeken.

Om bloedvaten duidelijk zichtbaar te maken is het vaak nodig om een contrastvloeistof te gebruiken. Hierdoor is te zien of de tumor is doorgegroeid in omliggende organen, wat de relatie is met omliggende bloedvaten en of er uitzaaiingen zijn naar andere delen van het lichaam. De contrastvloeistof krijg je in drinkbare vorm of via een infuus aangeboden. De contrastvloeistof wordt soms ervaren als een warm en weeïg gevoel. Om misselijkheid te voorkomen, wordt vaak geadviseerd om enkele uren voor het onderzoek niet meer te eten of te drinken.

MRI-scan

Een MRI-scan komt op veel punten overeen met een CT-scan. Het grote verschil is echter dat in plaats van röntgenstraling, bij een MRI magnetische straling wordt gebruikt. Hierdoor is een MRI-scan minder schadelijk dan een CT-scan. Het nadeel van een MRI-scan is dat de MRI-scanner veel groter is en veel lawaai maakt. Een MRI-scan is niet geschikt voor personen die metalen in hun lichaam hebben, deze worden aangetrokken door de magnetische straling.
Met een MRI scan kan het lichaam gedetailleerd in beeld worden gebracht.

Endoscopisch onderzoek

Een endoscopie is een kijkonderzoek. Tijdens dit onderzoek worden het maag-darmkanaal of de longen onderzocht op afwijkingen.

Via de slokdarm of via de anus wordt een flexibele slang in het lichaam geplaatst. Via deze slang kan de arts verschillende handelingen uitvoeren. Ten eerste kan het lichaam worden bekeken door middel van een camera en een lampje. Verder kan de arts besluiten om een biopt te nemen. Er wordt dan een stukje weefsel uit de maag- of darmwand genomen, wat vervolgens kan worden onderzocht onder de microscoop door een patholoog. Ten slotte kan met blauwe inkt de afwijking worden gemarkeerd. Zodoende kan de tumor, bijvoorbeeld bij een kijkoperatie, makkelijk worden teruggevonden.

Aan de endoscoop kan ook een echokop worden aangesloten. Op deze manier kan een inwendige echo worden gemaakt, een endoscopische echografie. Dit wordt ook wel een EUS (Endoscopic UltraSonography) genoemd. Door middel van deze techniek kunnen nog duidelijkere beelden worden gemaakt dan met een reguliere echografie. Een EUS wordt met name gebruikt bij een vermoeden van een neuro-endocriene tumor in of op de alvleesklier.

Nucleair onderzoek

Nucleaire onderzoeken die kunnen worden uitgevoerd om de diagnose neuro-endocriene tumor te stellen, zijn een Octreotide-scan of een MIBG-scan. Tijdens beide onderzoeken wordt een minimale hoeveelheid radioactieve stof in het lichaam gespoten. Deze radioactieve stof heeft de speciale eigenschap om zich te hechten aan tumorcellen. De radioactieve stof zendt straling uit, deze kan worden opgevangen met een scan. Op deze manier kunnen kankercellen zichtbaar worden gemaakt. Ook geeft het hechten van de radioactieve stof aan de tumor informatie over het type tumor. Dit kan belangrijk zijn voor het opstellen van een behandelplan.

Back To Top