Na het vaststellen van de diagnose zijn er verschillende mogelijkheden om de kanker te behandelen. De meest toegepaste behandelingen bij alvleesklierkanker zijn:
- operatie (algemeen).
- operatie tegen klachten (palliatieve operatie).
- chemotherapie.
- bestraling.
- radiofrequente ablatie bij uitzaaiingen in de lever.
- behandeling in onderzoeksverband.
De landelijke richtlijn voor artsen voor de behandeling van alvleesklierkanker vind je hier.
Doel van de behandeling
Wanneer een behandeling tot doel heeft genezing te bereiken, dan wordt dat een ‘curatieve behandeling’ genoemd. Onderdeel daarvan kan een aanvullende behandeling zijn (in medische termen ‘adjuvante behandeling’). Bijvoorbeeld chemotherapie na een operatie, om eventuele nietwaarneembare uitzaaiingen te bestrijden en daarmee de kans op terugkeer van de ziekte te verminderen. Maar er kan ook geadviseerd worden om te starten met chemotherapie al dan niet gecombineerd met een bestraling voorafgaand aan een operatie (neoadjuvante behandeling).
Als de ziekte niet (meer) curatief kan worden behandeld, is een palliatieve behandeling mogelijk. Zo’n behandeling is vooral gericht op het remmen van de ziekte en/of vermindering of het voorkomen van klachten zoals pijn.
Om gemoedsrust te krijgen kan een second opinion een optie zijn. Een second opinion is de mening van een andere arts. Deze zal de onderzoeksresultaten kunnen bekijken en dan kunnen controleren of de specialist de juiste diagnose en behandelmogelijkheden voorstelt.