Ga naar hoofdinhoud

Alvleesklierkanker (ook wel pancreascarcinoom genoemd) is een kwaadaardige tumor in de alvleesklier. Er bestaan verschillende soorten alvleesklierkanker, afhankelijk van het type weefsel waaruit de tumor ontstaat.

Alvleesklierkanker wordt verdeeld in 2 hoofdgroepen:

  • Exocriene tumoren (95%) beginnen in de exocriene cellen van de alvleesklier. Hier worden de enzymen aangemaakt die helpen bij de vertering van het voedsel.
  • Endocriene tumoren (5%) beginnen in de endocriene cellen van de alvleesklier. Hier worden hormonen aangemaakt met vele verschillende functies, zoals het regelen van de suikerspiegel in het bloed

De meest voorkomende vorm van alvleesklierkanker is het adenocarcinoom (kanker van de klierbuisjes).

Groeiwijze en uitzaaingen

Een tumor ontstaat altijd uit een enkele cel. De tumor groeit eerst plaatselijk tot er een klompje cellen ontstaat. De ontwikkeling naar een kwaadaardige tumor gaat vaak via verschillende stappen. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat ook alvleesklierkanker verschillende ‘voorstadia’ heeft voordat de tumor kwaadaardig wordt. Deze voorstadia geven echter bijna nooit klachten, waardoor de tumor ‘anoniem’ kan groeien. De kwaadaardige tumor kan na verloop van tijd door de wand van de alvleesklier heen groeien en/of uitzaaien via lymfebanen of bloedvaten naar de lever en de longen.

Het lymfestelsel

Kankercellen kunnen worden verplaatst via het bloed en/of de lymfe. Het systeem van bloedvaten is je waarschijnlijk wel bekend. Het lymfestelsel speelt een belangrijke rol bij de afweer van ons lichaam. Onze afweer verdedigt ons tegen virussen, bacteriën en andere organismen die ons ziek kunnen maken. Lymfevaten vormen de kanalen van het lymfestelsel. Deze vaten worden vanuit het lichaamsweefsel gevuld met een kleurloze vloeistof: lymfe. De lymfe neemt vocht en afvalstoffen uit het lichaam op. Via steeds grotere lymfevaten komt de lymfe uiteindelijk in de bloedbaan terecht. Voordat de lymfe in het bloed komt, passeert zij ten minste één lymfeklier. De lymfeklier is echter geen klier, alhoewel dit vroeger werd gedacht. Het is een soort opslagplaats van B- en T-lymfocyten. Als er zich in het lichaam een infectie voordoet, zal de dichtstbijzijnde lymfeklier vaak gezwollen raken. Lymfeklieren zijn de zuiveringsstations van het lymfestelsel: daarin worden ziekteverwekkers zoals vooral bacteriën en virussen onschadelijk gemaakt door bloedcellen.

Kanker in de lymfeklieren

Kankercellen kunnen losraken van een tumor en in een lymfevat terechtkomen. In de lymfeklier(en) waar de kankercellen als eerste langskomen, kan dan een nieuwe tumor ontstaan. We spreken dan van een ‘lymfeklieruitzaaiing’. Rondom de alvleesklier bevindt zich een uitgebreid systeem van lymfeklieren, waarin uitzaaiingen kunnen ontstaan. Bij de verspreiding van kankercellen via het bloed kunnen er uitzaaiingen ontstaan in bijvoorbeeld de lever, longen of botten.

Bij kanker spelen de lymfeklieren en bloedvaten een grote rol, omdat ze de cellen zich via deze weg kunnen verplaatsen naar andere organen, waar dan weer kanker kan ontstaan. Of de lymfeklieren wel of geen kankercellen bevatten wordt vaak meegenomen in de overwegingen voor behandeling en prognose. Maar niet elke vergrootte klier duidt op kanker. Veel mensen maken zich grote zorgen als ze bij zichzelf een vergrote lymfeklier waarnemen omdat ze denken aan lymfeklierkanker of uitzaaiingen van andere kanker. Dit is maar zelden terecht: in het dagelijks leven zijn gezwollen lymfeklieren vrijwel altijd een gevolg van een infectie. Met name gezwollen lymfeklieren in de hals komen bij kinderen zo vaak voor dat het eerder vreemd is als er bij een kind, ook na goed zoeken, niet een is te vinden.

Getallen

Alvleesklierkanker (pancreascarcinoom)

Alvleesklierkanker komt voor bij 7,6 per 100.000 inwoners per jaar in West-Europa. Daarmee neemt deze tumor 2,5% van alle nieuw gediagnosticeerde kwaadaardige tumoren en 5% van de totale sterfte aan kanker voor zijn rekening. In Nederland komt dat neer op ruim 2.400 (jaarcijfer 2014) nieuwe patiënten per jaar. In de afgelopen 45 jaar is er nauwelijks verbetering opgetreden in de prognose van alvleesklierkanker.

Het merendeel van de patiënten is ouder dan 60 jaar. De gemiddelde leeftijd bij diagnose is 65 jaar; 80% van de patiënten is tussen 60 en 80 jaar. Op een leeftijd jonger dan 45 jaar is alvleesklierkanker zeldzaam, maar wel mogelijk. Alvleesklierkanker komt mogelijk iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij niet-rokers zijn deze verschillen echter gelijk. Roken is een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van alvleesklierkanker. Door het dalende aantal rokers in Nederland zou men verwachten dat ook het aantal diagnoses alvleesklierkanker daalt. Het aantal mensen met de diagnose alvleesklierkanker neemt echter toe, terwijl het risico gelijk blijft. Dat komt voor een deel door overgewicht en diabetes en natuurlijk de vergrijzing.

Sterfte alvleesklierkanker

Het aantal mensen dat komt te overlijden als gevolg van alvleesklierkanker neemt toe, terwijl het risico om te sterven aan alvleesklierkanker door verbeteringen in behandeling iets afneemt. Alvleesklierkanker is een agressieve vorm van kanker. De tumor wordt vaak relatief laat ontdekt, waardoor deze bij veel personen al is uitgezaaid en/of al doorgegroeid is in het omliggende weefsel. Mede door de vergrijzing wordt een aanzienlijke toename verwacht van de absolute sterfte als gevolg van alvleesklierkanker van 1.151 mannen en 1.227 vrouwen in 2008 tot ongeveer 1.400 mannen en 1.400 vrouwen in 2020. De voorspelling is dat over ruim 10 jaar (in 2030) alvleesklierkanker de 2e kanker gerelateerde doodsoorzaak is na longkanker.

Zonder therapie is de gemiddelde overleving na diagnose 4 tot 6 maanden. Indien er een operatie verricht kan worden, is het percentage patiënten dat 5 jaar na de diagnose nog in leven is 10 à 20%. Niet iedereen komt echter in aanmerking voor een operatie.

Back To Top