Ga naar hoofdinhoud

Chemotherapie is een behandeling met stoffen die zich via het bloed verspreiden en kankercellen doden of afremmen. Sommige mensen met alvleesklierkanker krijgen chemotherapie voor of na de operatie. Chemotherapie kan ook een behandeling zijn bij uitgezaaide alvleesklierkanker. Het doel van de chemotherapie is om je leven te verlengen en dat je minder klachten hebt van de ziekte.

Chemotherapie voor of na de operatie bij alvleesklierkanker

Chemotherapie kan een behandeling zijn voor de operatie bij alvleesklierkanker, maar ook na de operatie.

Chemotherapie voor de operatie

Als je alvleesklierkanker hebt, krijg je soms eerst chemotherapie voordat de arts je opereert en de tumor verwijdert. Door de chemotherapie wordt de tumor kleiner en dan kan de arts de tumor beter ‘radicaal’, dat betekent helemaal, weghalen. De chirurg bespreekt met je of chemotherapie voor de operatie zinvol kan zijn. Chemotherapie voor de operatie heet ook wel een ‘neoadjuvante behandeling’.
Je arts vertelt of je in aanmerking komt voor chemotherapie voor de operatie. Het maakt uit welk stadium alvleesklierkanker je hebt. Chemotherapie voor de operatie is standaard voor mensen met een ‘borderline resectabel alvleesklierkanker’. Bij ‘resectabele alvleesklierkanker’ is chemotherapie voor de operatie niet gebruikelijk, maar kun je het soms wel in studieverband krijgen.

Chemotherapie na de operatie

Je krijgt meestal ook chemotherapie na de operatie van alvleesklierkanker. Soms krijg je voor én na de operatie chemotherapie. Met de chemotherapie wil de arts de achtergebleven kankercellen vernietigen. En ook mogelijke uitzaaiingen die de arts met het blote oog of met onderzoek nog niet kan zien.
Als je chemotherapie krijgt na een operatie kun je verschillende medicijnen krijgen. Dat ligt aan hoe fit je bent. Heb je een goede conditie, dan krijg je waarschijnlijk FOLFIRINOX. Dat is een combinatie van verschillende soorten chemotherapie. Het is een zware behandeling. Daarom is deze behandeling niet voor iedereen geschikt.
Heb je een minder goede conditie, dan kun je misschien het medicijn gemcitabine krijgen, dit is een minder zware chemokuur.

Video chemotherapie voor of na een operatie bij alvleesklierkanker

In onderstaande video krijg je uitleg over de behandeling met chemotherapie voor of na een operatie bij alvleesklierkanker.

Chemotherapie bij uitgezaaide alvleesklierkanker

Chemotherapie kan een behandeling zijn bij uitgezaaide alvleesklierkanker. Zo’n behandeling richt zich vooral op het remmen van de ziekte en/of het verminderen of voorkomen van klachten van de kanker, zoals pijn.
Als je conditie goed genoeg is, dan zal je arts waarschijnlijk FOLFIRINOX voorstellen. Dat is een combinatie van verschillende soorten chemotherapie. Dit is een zware behandeling. Soms krijg je andere medicijnen, bijvoorbeeld omdat je een minder goede conditie hebt.

Video chemotherapie bij uitgezaaide alvleesklierkanker

Bekijk hieronder de video met uitleg over de behandeling met chemotherapie bij uitgezaaide alvleesklierkanker.

Hoe werkt chemotherapie?

Chemotherapie is een behandeling met cytostatica (cytos = cel, statis = stilstand). Dit zijn medicijnen die kankercellen doden of hun celdeling remmen. Deze medicijnen verspreiden zich via het bloed door je lichaam. Ze kunnen op bijna alle plaatsen de kankercellen bereiken.
Chemotherapie is vooral geschikt voor behandeling van tumoren, omdat de tumorcellen worden gekenmerkt door een versnelde celdeling, vaak in combinatie met een beschadigd celreparatiemechanisme. Ze zijn daardoor een stuk gevoeliger voor cytostatica dan normale en gezonde cellen. Maar chemotherapie doodt helaas ook gezonde cellen. Daardoor krijg je waarschijnlijk last van bijwerkingen.

Behandeling met chemotherapie is in de vorm van een kuur volgens een vastgesteld schema. Je krijgt een periode medicijnen en een periode niet. Vaak bestaat de behandeling uit een reeks chemokuren.

Bijwerkingen van chemotherapie bij alvleesklierkanker

Of je last krijgt van bijwerkingen hangt onder meer af van de soorten en hoeveelheden cytostatica die je krijgt. Vraag aan je arts welke bijwerkingen de chemotherapie kan geven.

Enkele bijwerkingen kunnen zijn:

  • Bloedarmoede.
  • Diarree.
  • Last van je blaas, bijvoorbeeld pijn bij het plassen of moeilijker kunnen plassen.
  • Meer last van infecties, met kans op hoge koorts. Dat komt omdat je door de chemotherapie minder bloedcellen en bloedplaatjes hebt.
  • Je moe voelen.
  • Tintelingen of pijn aan je handen of voeten. Dit heet neuropathie. Het komt doordat de chemotherapie je zenuwbanen beschadigt.
  • Misselijkheid.
  • Haaruitval.

Soms zijn de bijwerkingen zo zwaar, dat de arts de behandeling aanpast. Bijvoorbeeld door de dosis van de medicijnen te verlagen of de rustpauze tussen de kuren langer te maken.
Misschien wil je zelf stoppen met de chemotherapie of stelt je arts dit voor. Bij het maken van een keuze is het goed om stil te staan bij wat voor jou belangrijk is. En om dat met je naasten en je arts te bespreken.

Back To Top