Bij systemische therapieën verspreiden medicijnen zich door het hele lichaam om de groei van kankercellen te verminderen, de kankercellen te doden of de gevolgen te beperken. Systemische therapie is een verzamelnaam voor chemotherapie, hormonale therapie en immuuntherapie.
Somatostatine-analogen
Octreotide en Lanreotide (merknaam omatuline) worden gebruikt bij neuro-endocriene tumoren. Ze kunnen de klachten door een teveel aan hormonen verlichten en de groei van de NET remmen. De medicijnen lijken op het hormoon somatostatine, dat in het menselijk lichaam voorkomt. Ze remmen de aanmaak van de hormonen waardoor klachten als diarree en opvliegers worden verminderd. Ze hebben een remmende werking op de groei van tumoren.
Je krijgt deze medicijnen meestal een keer per maand via een injectie.
Een alternatief voor de somatostatine-analogen is interferon.
PRRT
Om de groei van de tumor te remmen en klachten zoals opvliegers en diarree te verminderen kan Peptide Receptor Radionuclide Therapy (PRRT) worden ingezet. Tijdens deze behandeling worden radioactief geladen medicijnen door middel van een infuus toegediend. Deze radioactieve medicijnen verspreiden zich door het lichaam en bestralen inwendig kankercellen waardoor ze worden vernietigd. In Nederland worden het 177-Lutetium-octreotaat en 177Lu-HA-dotataat gebruikt als PRRT medicijn. Voorafgaand aan deze behandeling krijg je een scan en andere testen om te kijken of je in aanmerking komt. De behandeling duurt 15 à 20 minuten en je blijft vervolgens een dag en en een nacht in het ziekenhuis. In totaal krijg je 4 van dit soort behandelingen.
Een behandeling die erg lijkt op PRRT, is MIBG. Tijdens deze behandeling wordt 131-I-MIGB toegediend in plaats van 177Lu-octreotraat of -dotataat.
Doelgerichte therapie
Ook bij doelgerichte therapie krijg je medicijnen om kankercellen te doden of de groei ervan te remmen. Deze medicijnen richten zich op specifieke eigenschappen van kankercellen.
Sunitinib en Everolimus worden vaak als palliatieve behandeling gebruikt bij neuro-endocriene tumoren in de alvleesklier. Deze middelen blokkeren beide de werking van een aantal eiwitten van de kankercel. Deze eiwitten geven normaliter signalen door aan cellen waardoor de cellen groeien of waardoor nieuwe bloedvaten worden aangemaakt. Wanneer de werking van deze eiwitten wordt geblokkeerd, groeit de tumor dus niet verder.
Je krijgt de middelen in pilvorm en slikt ze dagelijks.
Er zijn nog andere soorten doelgerichte therapieën. Je hoort van de arts welk medicijn het meest geschikt is. Sommige medicijnen kun je alleen nog in onderzoeksverband krijgen.
Chemotherapie
Chemotherapie richt zich op delende cellen van de tumor. Het doel is de tumor te stabiliseren of kleiner te maken.
Doordat ook gezonde cellen zich delen krijg je over het algemeen bijwerkingen. Maar de gezonde cellen herstellen zich sneller dan de tumorcellen.
Je krijgt chemotherapie in de vorm van een infuus. Er zijn meerdere combinaties van stoffen mogelijk.
Pijnbestrijding
Je kunt ook medicijnen krijgen die niet gericht zijn op de tumor, maar op het verbeteren van je kwaliteit van leven. Denk bijvoorbeeld aan pijnstillers.