Skip to content

Door de behandeling kan je smaak veranderen. Wat je proeft of hoe iets smaakt verandert door verhoging of verlaging van de zogenoemde ‘smaakdrempels’. De uitgesproken smaken zoals zoet, zout, zuur of bitter worden anders geproefd. Een bittere smaak (‘metalig, gallig’) kan overheersen. Je smaak kan ook verminderen.

Ook je reuk zal misschien veranderen: er kan een ongevoeligheid voor geuren ontstaan (je ruikt veel minder of niks) of juist een overgevoeligheid voor geuren (je ruikt alles sterker).
Je reuk- en smaakvermogen kan per dag wisselen. Om toch met plezier te kunnen blijven eten, is het belangrijk te experimenteren met het bereiden van eten en drinken.

  • Zorg ervoor dat het eten er aantrekkelijk en lekker uitziet.
  • Drink voldoende; dit laatste is erg belangrijk. Voldoende betekent dat je per dag 1½ tot 2 liter moet drinken.
  • Er zijn recepten ontwikkeld speciaal voor mensen met smaakverandering bij kanker. Bekijk hier de recepten.

Je kunt bij je arts vragen naar een doorverwijzing naar een diëtist.

Back To Top