Ga naar hoofdinhoud

In de deelsessie chirurgie kregen deelnemers informatie over ervaringen en nieuwe ontwikkelingen van Hjalmar van Santvoort, hoogleraar chirurgie met focus op pancreasaandoeningen en chirurg bij het Regionaal Academisch Kankercentrum Utrecht.  

Hjalmar van Santvoort tijdens deelsessie chirurgie. Foto: Captured by Herman.

Hjalmar wil deze workshop graag interactief houden. Daarom geeft hij geen presentatie, maar wil hij juist graag ingaan op de vragen die bij de deelnemers leven over een operatie.
Chirurgie betekent opereren en alvleesklieroperaties zijn risicovol. Dergelijke operaties moeten of gericht zijn op het verbeteren van de kwaliteit van leven, of levensverlengend zijn, of complicaties verhelpen.

Op zijn vraag wie in de zaal al is geopereerd, geven meer aanwezigen aan dat dit bij hen het geval is. Hjalmar vertelt dat zo’n 20 procent van degenen die de diagnose alvleesklierkanker krijgen, kan worden geopereerd. Maar tegenwoordig gaan chirurgen steeds verder. De vraag daarbij is altijd of dat wel zinvol is, want de kans is groot dat het snel weer terugkomt als er uitzaaiingen zijn. Dat is een afweging die arts en patiënt samen moeten maken. Want een operatie is een ingrijpend ding. Op een scan zie je niet altijd alles. Via een kijkoperatie zijn de uitzaaiingen dan wel te zien en dan kun je niet doorgaan met de operatie. Belangrijk bij de afweging om wel of niet te opereren, is hoe je lichaam reageert op chemotherapie. Als je lichaam goed reageert, wil men tegenwoordig dus soms verder gaan dan vroeger. Voor een operatie kun je het beste naar een ziekenhuis gaan waar al veel van deze operaties worden gedaan.

Gewone of robotoperatie?

Wat is het verschil tussen een gewone wipple operatie waarbij men met een grote snee over de hele buikwand te maken krijgt en een robotoperatie, waarbij de snee veel kleiner is? Waarom wordt daar niet meer voor gekozen? Hjalmar geeft aan dat men bij een robotoperatie sneller op de been is en er minder kans is op complicaties. En het kan ook veilig. Maar de beschikbare capaciteit om een robotoperatie uit te voeren, is vaak een groot probleem. Daardoor duurt het vaak langer voordat men dan kan worden geopereerd. Een chirurg kan via een robot heel goed zien wat hij aan het doen is. Maar je mist het gevoel wat je wel hebt bij een gewone operatie. Zeker als het gaat om de controle op mogelijke uitzaaiingen.

Complicatie direct na de operatie

Hjalmar legt na een vraag over lekkage bij bloedvaten als die opnieuw zijn verbonden uit dat je bij een wipple operatie drie nieuwe verbindingen krijgt. Met name de alvleesklierverbinding lekt nogal eens, soms tot wel 20 procent. Daarom laat je een drain zitten om te zien of het lekt. Want de alvleeskliersappen zijn vrij agressief en kunnen nieuwe verbindingen aantasten.
Lekkage kun je bijna niet voorkomen, maar het belangrijkste is om een lekkage snel in de gaten te hebben. Zo voorkom je dat je er last van krijgt of zelfs ziek van wordt. Dan kun je tijdig ingrijpen door het plaatsen van nieuwe drains en moet je langer in het ziekenhuis liggen. De kans dat je overlijdt aan lekkages is in Nederland zo’n vijf procent.

Problemen na de operatie

Een deelnemer wil graag weten wat er aan de hand is bij langdurige napijn van meer dan een jaar? “In principe zie je het vrij weinig,” antwoordt Hjalmar, “het is vrij zeldzaam.” Maar men kan dus wel pech hebben. De naweeën van een operatie duren gemiddeld drie tot zes maanden. Maar dit zijn gemiddelden. Voor sommigen is dat dus korter en voor anderen langer.
De deelnemers geven aan dat het herstel wel heel lang duurt. Met name het eten en de stoelgang blijven problemen geven. Hjalmar geeft aan dat het ook bij het herstel hoort om uit te zoeken wat voor jouw gestel werkt. Met name het gebruik van creon voor enzymen bij het eten. In principe moet je altijd die enzymen blijven slikken. Al zijn er uitzonderingen waarbij iemand deze enzymen niet nodig heeft. De meeste mensen hebben echter problemen met het eten en de stoelgang, omdat ze te weinig enzymen tot zich nemen. Je kunt in feite nooit te veel enzymen gebruiken.

Op de vraag of bestraling mogelijk is na een operatie als de tumor weer terugkomt, antwoordt Hjalmar dat dit wel eens gebeurt. Maar dat kan alleen als de tumor is terug gegroeid op de plek waar die eerst zat. En er mag geen sprake zijn van uitzaaiingen.
Wat te doen als je te zwak bent voor een chemo na een operatie? “Soms is het gewoon een kwestie van tijd om te herstellen”, zegt Hjalmar. Artsen werken met gemiddelden, maar individueel kan het erg verschillen.

Wanneer wel of niet opereren?

Een andere vraag gaat over mogelijke leeftijdsdiscriminatie voor ouderen bij een operatie. Wat doe je bij iemand van 85 jaar? “Dat is een afweging die arts en patiënt ook samen moeten maken”, geeft Hjalmar aan. En kwaliteit van leven is daarbij natuurlijk een belangrijke afweging. In principe leef je langer na een operatie. Maar je moet ook fit zijn om een operatie te kunnen doorstaan. En als je wordt geopereerd, is dat een hele ingreep met grote kans op complicaties. En een gerede kans dat het terug komt. De ontwikkeling is wel dat deze operatie op steeds hogere leeftijd wordt uitgevoerd. Het hangt af van hoe iemand in het leven staat, je moet wel weten wat de potentiële gevolgen zijn. En je moet ook blijven knokken als het tegenzit na een operatie en op hogere leeftijd is dat veel lastiger. Het is voor chirurgen vaak ook heel lastig om goed in te schatten of iemand ook echt fit genoeg is voor zo’n operatie.

Herstellend of levensverlengend?

Een andere vraag die wordt gesteld is wat het verschil is tussen een herstellende en een levensverlengende operatie? Deze mevrouw is al dertig jaar genezen. Helaas is dit heel zeldzaam volgens Hjalmar. De werkelijkheid is dat de ziekte vaak wel weer terugkomt. Het hangt van het individu af hoe lang je nog mooie levensjaren hebt. Je moet als patiënt en naasten daarom leren omgaan met onzekerheid. En als het terugkomt zijn er nog behandelingen mogelijk, maar je zit dan wel in ander vaarwater dan voor de operatie.

Nieuwe ontwikkelingen?

Op de laatste vraag of langere tijd van leven ook meer hoop geeft op betere behandelmethoden, antwoordt Hjalmar dat er helaas voor de nabije toekomst niet veel nieuwe ontwikkelingen te verwachten zijn.

Hierna bedankt Ruud de Jonge, bestuurslid bij Living With Hope, Hjalmar en sluit hij deze deelsessie.
Verslag door Marc Cornelissen.

 

Back To Top